Huilend zit ze tegenover me aan tafel. Het is midden in de nacht. Ze zit in haar witte jas. Ik zie pennen in het borstzakje, een stethoscoop die uit een andere zak bengelt. Een andere zak vol opgevouwen papieren en een schrijfboekje. Ze zit voorover gebogen met haar hoofd in haar handen. Ik zet een bekertje water voor haar neer.
Ze doet haar hoofd omhoog en kijkt me met betraande ogen aan. En vertelt dat ze het zó druk heeft dat ze van voor niet meer weet wat ze van achter moet doen. Iedereen trekt aan haar. Er ligt nog een patiënt op de SEH die gezien moet worden. De verpleegafdeling heeft gebeld, onduidelijkheid over medicatie en er is een mevrouw die niet zo goed gaat.
En nu zit deze arts-assistent Neurologie hier, op de kinderafdeling. Ook wij hebben haar gebeld omdat er een meisje van 16 jaar opgenomen is nadat ze met haar scooter onderuit gegaan is waarbij ze op haar hoofd terecht is gekomen. Er moeten nog afspraken gemaakt worden.
Ze heeft helemaal geen tijd om hier te zitten, maar deze paar minuten zijn essentieel om even ‘op adem te komen’. Om haar brein die korte rust (en ontlading) te geven om alles wat erin zit te ordenen. Prioriteiten stellen lukt niet goed bij stress of een veel te vol hoofd.
Dus doet ze een diepe zucht.
Ze heeft behoefte aan rust, overzicht, ondersteuning zodat ze haar werkelijke kwaliteiten kan laten zien.
En we horen haar pieper weer afgaan. De SEH, er is een ambulance gekomen met een man die bewusteloos van straat is geplukt. De SEH- arts wil graag dat de neurologie meekijkt.
Nog één diepe zucht en ze staat op. Drinkt nog twee slokken water en is weer onderweg.
We zijn zorgprofessionals. We nemen ons werk serieus, mensen rekenen op ons. In deze tijd meer dan ooit.
Ben jij zorgprofessional (arts, verpleegkundige) en loop je met een vol hoofd en een lege energie emmer rond?
Je bent goed in je vak maar je loopt jezelf vaak voorbij?
Je bent toegewijd in de zorg die je verleend. Maar ben je wel zo dedicated naar jezelf?
Je merkt dat je met een (te) vol hoofd naar huis gaat.
Je volle hoofd heeft invloed op hoe je thuis komt en wat je (niet) kunt verdragen van je partner, je kinderen.
Het blijft malen in je hoofd, vooral dat wat er niet goed ging.
Je hoeft geen rust pauze in te lassen als je daar behoefte aan hebt, je gaat altijd door.
Je erkent dat je jezelf wegcijfert.
Je hebt last van je perfectionisme.
Je voelt niet goed (meer) dat je honger hebt, dorst of dat je nu echt moet plassen. Je negeert dit vaak omdat je verder moet.
Je voelt frustratie. Je staat de hele dag voor iedereen klaar. Wie staat er nu eens voor jou klaar?
Op een dag, zo’n 5 jaar geleden, kwam ik er achter dat ik op veel van deze beweringen ‘ja’ kon zeggen. Ik was bezig overspannen te worden en gleed zelfs richting een burn-out.
Een Burn-Out was wat ik wilde voorkomen. Arjan had me erover vertelt. Zijn Burn-Out. De angst aanvallen. Zomaar thuis, om niks. Het niet kunnen slapen. Toch je diensten blijven draaien, avonddienst, nachtdienst. En, zo vertelde Arjan, ineens werd het teveel. Hij stond te trillen als een rietje thuis achter het aanrecht. Zijn vriendin schrok. Ze kreeg nauwelijks nog contact met hem. De huisarts kon Arjan vertellen dat hij in een Burn-Out zat.
En toen ik dat hoorde had ik één gedachte: dàt moet ik zien te voorkomen! Meerdere keren in mijn leven heb ik aan de figuurlijke afgrond gestaan. Met een gevoel dat ik nog een keuze had. Nu doorgaan en over de rand vallen of nu aan de handrem trekken en mijzelf weer zorg en gezondheid gunnen.
Betrap je jezelf op de volgende gedachten?
Ik moet niet zeuren
Niet lullen maar poetsen
Als ik toegeef wat ik lastig vind, dan is dat een zwakte bod
overprikkeling zit tussen de oren
Als anderen het (ogenschijnlijk) kunnen, moet ik het ook kunnen
Als ik de dingen loslaat, komt het niet goed
Ik moet sterk zijn, de mensen rekenen op me
Als ik het niet doe, doet niemand het
Ik kan wel iets zeggen, maar er wordt toch niet geluisterd
En zitten deze gedachten je in de weg?
Merk je overprikkeling, oververmoeidheid, irritatie, frustratie, ben je zoekende, ‘is dit het nou’?, heb je steeds meer lichamelijke kwaaltjes.
Ben je klaar met dit volle hoofd en deze lege energie emmer?
En dit wil je graag?
Yes, ik wil rust in mijn hoofd!
Ik wil mijn grenzen aangeven.
Ik wil ‘nee’ kunnen zeggen.
Ik wil gehoord en gezien worden.
Ik wil graag ontdekken wat ik te bieden heb.
Ik wil ontdekken wat wel en niet bij me past.
Mijn kwaliteiten inzetten, wat maakt mij uniek?
Maak nu de keuze om inderdaad die zuurstofkap eerst zelf op te gaan zetten zodat je de ander nog beter kunt gaan helpen.
Gerdien Keizer
Coach voor zorgprofessionals met een vol hoofd en een lege energie emmer.
Mijn drijfveer om me uniek in te zetten voor verpleegkundigen en artsen dat ik zie dat er door stress en de hoge werkbelasting mensen zo vol zitten dat ze er moeilijk bij dat komen waar ze werkelijk goed in zijn: zorgeloos zorg verlenen.
Zorgeloos zorgverlenen door je kwaliteiten in te zetten. Niet alleen doen waar je goed in bent, maar dat doen wat je drijft. Van binnenuit.
Doen waar je goed in bent èn heel erg blij van wordt.
Ik help zorgprofessionals die krachtig en zelfverzekerd zorgeloos willen zorgverlenen.
Een vol hoofd en een lege energie emmer.
Jacqueline, Sabine, Sandra, Linda, Robin, ze herkenden het allemaal.
En het maakte niet uit welke afdeling ze werkten. Spoed eisende hulp, kinderafdeling, in de wijk, intensive care, zorgverleners hebben een passie, sommigen zien het als roeping.
Zorgen voor anderen. Zodat deze mensen verder kunnen.
Dankzij hun hulp.
Ik weet van mijzelf dat ik ook dedicated ben. Me helemaal toeleg op de zorg voor, in mijn geval, kind en ouders. En omdat ik sensitief ben merk ik de sfeer, de stemming, onrust, onzekerheid, blijheid en alle emoties die de ander heeft, op.
Op de afdeling in het ziekenhuis hoor je continue geluid. Gepingel van de bewakingsmonitoren. Het hoge gepiep van de infuuspompen. De lagere toon van de voedingspompen. Er staat altijd wel iets te piepen. Dan gaat de ‘bel’, er is een patiënt die je nodig heeft. Ondertussen staat er een collega die je hulp nodig heeft. Wat schijnt die zon fel; zonneschermen moeten naar beneden. Er praten twee collega’s achter me over iets waar ik het antwoord op heb, dus ga ik reageren terwijl ik een dossier aan het bijwerken ben. Ik merkte dat ik alles oppikte. Het leek wel of mijn hoofd vol zat met van die figuurtjes die je op kunt winden met een wieltje en dat ze dan trrrrrrrrrrrrrr gaan rondlopen. Zie je het voor je?
Ik heb het zelf ervaren en zie het veel om mij heen. In de bijna 30 jaar dat ik als gespecialiseerd verpleegkundige werk, ben ik ontelbare keren met een hoofd vol trrrrr rondlopende figuren en onverklaarbare onrust in mijn lijf naar huis gereden. Had ik mijn werk wel goed afgerond? O, heb ik niet vergeten dat…..? Heb ik dat infuus wel goed verwerkt in het dossiersysteem? En zo gingen er 100.000 gedachten door mijn hoofd op de weg naar huis.
Ik raakte oververmoeid. Overspannen.
Rond mijn 40e had ik door ‘dit moet anders’. Ik heb nu de keuze. Of ik ga op dezelfde manier door en duikel de afgrond in die Burn-Out heet. Of ik grijp mijzelf bij elkaar en ga actief op zoek naar hoe ik mijn energie wil inzetten zodat ik er zelf blij van word en daardoor anderen blij kan maken.
Het kantelpunt was gekomen. Ik ben veel met persoonlijke ontwikkeling bezig geweest. Duizenden euro’s geïnvesteerd in mijzelf aan trainingen, opleidingen, boeken, coaching, kennis en nog eens kennis. Waarom? Omdat ik zo graag zorgverleners wil helpen te voorkomen dat overprikkeling gaat leiden tot overspannenheid of erger uitval door lichamelijke klachten of Burn-Out gerelateerde klachten.
Want dit resultaat van het steeds volle hoofd en lege energie emmer zie ik steeds meer. Lichamelijke klachten die ontstaan waar na goed onderzoek gaan bedreigende oorzaak uitkomt. Deze klachten zijn vaak een boodschap van disbalans. Zo ook de mentale klachten van overbelasting.
En wij zorgprofessionals zorgen graag…..voor een ander.
Wie zorgt er voor jou?
Uitgeblust komt ze thuis. Ze ploft even op de bank. Dit kan helemaal niet want er moet nog zoveel gebeuren. Ze denkt terug aan de dag die ze gehad heeft. Het maalt als door haar hoofd sinds ze van de afdeling afloopt.
Het verhaal van die ene mevrouw. Ze is 82 en heeft 2 weken geleden haar man verloren aan Corona. Hij is overleden op de IC. Zij mocht er wel bij zijn als uitzondering. Maar haar 6 kinderen niet. Die konden meekijken via de IPad. Meekijken hoe hun vader overleed.
De begrafenis waar bijna niemand bij kon zijn. Coronamaatregelen…..
En al die tijd zit ze zelf ook in quarantaine. Zelfs haar kinderen mogen niet langskomen. Doen ze stiekem wel hoor. Maar geen knuffel, uit de buurt blijven. Dit is wat ze het meeste mist, die knuffel.
En vanmorgen was de thuiszorg gekomen. Met de mededeling dat de quarantaine periode wat langer zou duren omdat vanaf de begrafenisdatum gerekend en niet vanaf de datum van overlijden. Daar zat bijna een week tussen…!
En nu zit deze lieve vrouw hier op de SEH omdat ze ‘uitvalverschijnselen’ leek te hebben. Mevrouw was ineens gaan wankelen en bijna neergevallen als de thuiszorgmedewerker niet gauw een stoel bijgetrokken had. Mevrouw was duizelig en leek haar rechterhand niet goed meer op te kunnen tillen. De thuiszorgmedewerker dacht dat ze een afhangende mondhoek zag. En heeft de ambulance gebeld.
En nu zit deze verpleegkundige even naast mevrouw. En luistert naar dit verhaal.
Dit verhaal blijft haar bezig houden. Waar zijn we in terecht gekomen? Niet op een menselijke manier afscheid kunnen nemen van je geliefden. In quarantaine gezet worden op momenten dat je je familie het hardste nodig hebt.
Het houdt haar als verpleegkundige bezig.
Terwijl ze thuis op die bank zit komen haar kinderen met veel lawaai thuis. Ze vragen, willen, vertellen vanalles zoals kinderen dit doen.
En ineens hoort ze zichzelf schreeuwen dat ze best een keer zelf dingen kunnen regelen, dat ze zichzelf maar even moeten redden. Zien ze dan niet dat zij nu moe is? Het enige dat ze wil is een beetje begrip! Haar kinderen vallen stil en kijken haar niet begrijpend aan…. Wat hebben we nu weer fout gedaan hoor je ze denken.
Ze schrikt er zelf van. Eigenlijk heeft ze behoefte aan rust. Aan ontprikkeling. Ze wil best meeleven met wat er op haar werk gebeurd. Maar niet meer meelijden. En ze merkt dat ze last krijgt van het feit dat ze anderen aanvoelt, gevoelig is voor de sfeer om haar heen. Ze verliest energie.